Fuga werkt volgens een systeem met verschillende contexten. Er zijn vier contexten, met name die van de praktijk, die van de klant, die van het dier en die van de klanteninteractie (consultatie/verkoop/communicatie/klinische parameters).
Voor de laatste drie contexten vindt u in de bijhorende fiche een tab 'Bestanden', waar u de gelinkte bestanden aan hecht en terugvindt. In de eerste context, die van de praktijk, kunt u daarentegen terecht bij Praktijkbestanden in het Docu center. Fuga maakt onderscheid tussen twee typen van bestanden, namelijk 'Externe documenten', die zowel manueel als automatisch toegevoegd kunnen worden, en 'Interne documenten', die aangemaakt zijn binnen Fuga.
Onder de Praktijkbestanden vindt u de bestanden terug van het praktijkniveau.
- Als u op het icoon 'Toevoegen' () klikt, maakt u een intern bestand aan. U kunt daarmee een bestand van uw computer uploaden in Fuga. Dit zijn bestaande digitale documenten die u wilt koppelen met Fuga, bijvoorbeeld radiografieën, bloedanalyses, brieven, foto's, etc.
Zodra u het document heeft geselecteerd, kunt u nog extra informatie toevoegen en bewaren. Deze documenten worden geüpload op de servers van Sonetas. U kunt ze dus om het even waar raadplegen, afdrukken, e-mailen of verwijderen. Houd er rekening mee dat de uploadtijd bepaald wordt door de grootte van het bestand. - Als u op het icoon 'Bestand van template maken' () klikt, kunt u een bestand laten genereren door Fuga dat gebaseerd is op een template. Afhankelijk van de context (praktijk, klant, dier of consultatie) waaruit u een nieuw document aanmaakt, zal een deel van de velden al ingevuld zijn. Indien alle velden blanco zijn, zal het document zich in de praktijkcontext bevinden.
In het onderste vak 'Template' selecteert u het type document dat u wilt aanmaken. De types die zichtbaar zijn kunnen verschillen naargelang de context waarin het bestand wordt gelinkt. Zo is bijvoorbeeld een TVD enkel beschikbaar in de context van consultatie/verkoop, omdat een dergelijk document enkel daar relevant is. De mogelijkheid bestaat om, per consultatie/verkoop, meerdere TVD's aan te maken en voor elk TVD's te selecteren welke producten erop vermeld worden. Bij de aanmaak van een bezoekrapport is de datum van aanmaak aan te passen.
Vervolgens klikt u op 'Volgende' en kunt u de velden van het document gaan bewerken. Als het document afgewerkt is, drukt u op de 'Bewaren'-knop (). Het aangemaakte bestand vindt u nu terug onder de tab 'Bestanden' (praktijkdocumenten onder het Docu center). Van hieruit kunt u het bestand printen, verwijderen of e-mailen. De voorgestelde e-mailadressen zijn overigens afhankelijk van de context. In een consultatie waar de doorverwijzende arts gespecificeerd is, zal zijn/haar e-mailadres ook opgenomen zijn in de lijst van mogelijke e-mailadressen.